Belgische verwant. Over Joseph Hakker, een volle neef van mijn grootvader Isaak Sturkop (betreft Deel III – hoofdstuk 7), verscheen een artikel van mijn hand in de volgende editie van Misjpoge. Vooral zijn rol in het Belgische verzet tijdens de Tweede Wereldoorlog en zijn leidende posities bij de socialistische beweging in dat land en de Vrijmetselaars worden daarin belicht. Hij is de ontwerper van de befaamde ‘Antwerpse Handjes’, een symbool van die stad.
Maand: januari 2019
Grietje Waterman – Foto’s
Uit de USA kwam een foto van Grietje Sturhoofd-Waterman (betreft deel III – hoofdstuk 26) en leden van haar familie (echtgenoot Marcus Sturhoofd en dochters Sophie en Roza Sturhoofd): de families Waterman en Keizer. Overlevenden van deze families emigreerden na de oorlog naar Amerika.
Stephan Sturkop – Tweede Kamer
Van felle tegenstanders van dr. Stephan Sturkop (Deel III – hoofdstuk 22) in de Tweede Kamer doken tijdschriftfoto’s op, van de arts mevrouw Bruins-Slot en van de communist David Wijnkoop.
Deportaties
Tijdens de Tweede Wereldoorlog werden meerdere naamgenoten, al dan niet met hun partners en/of gezinnen, weggevoerd naar de vernietigingskampen, veelal na een verblijf in Westerbork of Vught. In het Bevolkingsregister – tot nu toe alleen onderzocht in dat van Amsterdam – werd daarvan aantekening gemaakt. Een enkele maal meldde de gedeporteerde zelf, voor zijn gedwongen vertrek, zijn of haar ‘verhuizing’ Lees “Deportaties” verder
Bertus Stom
De voetbalinternational van het eerste uur Bertus (Ben) Stom, die later commandant werd van de luchtvloot van het KNIL in Nederlands Oost-Indië, heeft nog e.e.a. aan extra’s opgeleverd. (betreft Deel III – hoofdstuk 24). Meer gegevens zijn niet opgedoken over zijn dochter Mascha Stom, de eerste jongste prima ballerina in haar tijd, maar interessant is het artikel dat over haar werd geschreven. Daarnaast is op internet veel over haar te lezen.
Jacobus Theodorus Stom
Het leven van Jacobus Theodorus Stom, sigarenfabrikant, strijder in de Boerenoorlog, hoteldirecteur (o.a. Krasnapolsky in Amsterdam) en initiator van talrijke evenementen en instanties , zoals de VVV, is nader belicht. (betreft Deel III – hoofdstuk 24)
Dr. Stephan Sturkop – Aanvullingen
Onderscheidingen – Functies – ‘Geheimzinnig Tibet’
(betreft Deel III – hoofdstuk 22) Er staat een extra opsomming in het boek ‘De Nederlandsche ridderorden, 1900-1936’ van zijn onderscheidingen:
Officier in de Orde van Oranje-Nassau;
Kruis van Verdienste Nederlandse Rode Kruis;
Mobilisatiekruis; Medaille van het Duitsche Roode Kruis;
Eremedaille van het Duitsche Roode Kruis;
Ridder der Orde van het Legioen van Eer Frankrijk;
Officier der Orde van het Herstelde Polen (Polonia Resituta);
Medaille de la Reconnaissance Francaise.
In dat boek staat tevens een overzicht van zijn functies: Lees “Dr. Stephan Sturkop – Aanvullingen” verder
Ulbo Reinders in Vught
Van mijn overgrootouders Ulbo Reinders en Hendrika Geertruida Glebbeek doken van een familielid foto’s op (betreft Deel III – hoofdstuk 30). Van Ulbo Reinders werd ook bekend waarom hij in 1923 in Vught terecht was gekomen. Daar stond het Krankzinnigengesticht Voorburg. Er is een artikel over Landgoed Voorburg en de komst van de krankzinnigenwet: ‘aan de Boxtelseweg is een groot landgoed genaamd Voorburg. Sinds 1885 is het in gebruik als psychiatrische inrichting. Het werd gesticht door de Godshuizen in ’s Hertogenbosch om de grote toestroom van patiënten te kunnen verzorgen. Deze opvang kwam met name tot stand door de eerste krankzinnige wet uit 1841. Na de komst van de psychiatrie op het landgoed sprak met over het “Krankzinnige gesticht” Voorburg, of Geneeskundig gesticht Voorburg. Tot ver na WO II was Voorburg een gesloten inrichting). Ulbo was over de tachtig en wat hem mankeerde weten we niet. Wel is bekend dat in die jaren demente personen nogal eens als krankzinnigen werden geclassificeerd.
Christiaan Johannes Stom
Kapitein Christiaan Stom kwam om het leven bij een schipbreuk voor de Nederlandse kust. (betreft Deel III – hoofdstuk 24)
Louisa Benjamin Voorzanger
Over Louisa Benjamin Voorzanger en haar man is bekend geworden hoe zij in 1838 in de winter om het leven kwamen (betreft Deel II – hoofdstuk 12).