Er worden geen supplementen gemaakt van de boeken over de genealogie Sturkop en Sturhoofd. Ook wordt de Publieke versie Genealogie niet verder bijgewerkt.
Nieuwe bevindingen worden op deze pagina gepubliceerd. Alleen personen die voorkomen in de bovengenoemde publieke versie en nadere gegevens over hun naaste famiie worden hieronder vemeld.
Update November 2024.
-1- Nieuwe Nederlandse periodieken. Veel van de gegevens in deze boeken en in deze website zijn afkomstig van de website www.delpher.nl. De laatste keer dat deze site werd geraadpleegd was medio 2023. Sindsdien zijn er veel nieuwe kranten en tijdschriften bijgekomen. Daarin is aanvullende informatie te vinden over deze families. Het zoeken in delpher zal echter tijd kosten.
-2- Aanvullingen Burgerlijke Stand Amsterdam. Ieder jaar worden de archief- en persoonskaarten toegevoegd van hen die honderd jaar eerder werden geboren (hier geboortejaren 1920-1923):
-
-
- Bredius, Cornelia Elisabeth, geboren 18-9-1920 Amsterdam, dochter van Jan Gijsbert, geboren 2-9-1894 Amsterdam en Jannetje Geertruida Mooij, geboren 29-7-1896 Amsterdam, gehuwd 29-8-1940 Amsterdam met Polder, Wouterus, geboren 11-8-1917 Amsterdam. 2 kinderen. Laatste adres 21-7-1976 Ophemerthof 107. Geen overleden. Geen uitschrijving.
- Goudriaan, Alida, geboren 22-9-1920 Amsterdam, overleden 13-2-1964 Amsterdam, dagdienstbode, kantoorbediende, procuratiehoudster, dochter van Antoon, geboren 29-1-1884 Amsterdam en Wolzak, Margaretha, geboren 19-12-1883 Uithoorn gehuwd 19-5-1956 Amsterdam met Marinus, Herman Johan, geboren 14-3-1934 Amsterdam.
- Italiaander, Louis, geboren 10-11-1920 Amsterdam, groente- en fruithandelaar, zoon van Simon, geboren 9-10-1884 Amsterdam en Roosje Roodveld, geboren 6-9-1884 Amsterdam, gehuwd 26-5-1942 Amsterdam met Polak, Margaretha, geboren 3-4-1921 Amsterdam, scheiding 27-12-1944 Amsterdam. Uitschrijving 5-7-1958 Brussel. 1 kind.
- Kat, Henriette Grada, geboren 22-5-1920 Amsterdam, verkoopster, filiaalhoudster, dochter van Martinus, Simon Johannes, geboren 13-5-1893 Amsterdam en Inpijn, Henriette Grada, geboren 7-3-1898 Deventer, gehuwd 13-9-1945 Amsterdam met Kersbergen, Pieter Steven, geboren 29-9-1918 Bodegraven. Uitschrijving 15-10-1973 naar Alphen aan de Rijn, Vliestroom 63.
- Schwab, Andries Willem, geboren 22-7-1920 Amsterdam, zoon van Arend Roelof, geboren 7-5-1887 Kampen en Porton, Wilhelmina Marie Johanna, geboren 21-6-1892 Amsterdam, uitschrijving 14-8-1945 Naarden Van Ostadelaan 11.
- Stok, Catharina Paulina Emilia, geboren 21-7-1920 Amsterdam, costuumnaaister, strijkster, dochter van Thomas, geboren 14-10-1885 Amsterdam en Van Straalen, Catharina Paulina Emilia, geboren 14-1-1889 Den Helder, gehuwd 9-2-1942 Amsterdam met Heuvelink, Hendrikus, geboren 16-9-1917 Amsterdam, uitschrijving 4-6-1957 Montreal Canada.
- El (van), Marinus, geboren 2-2-1921 te Haarlem, rijwielhersteller, kleermakermonteur, betonwerker, zoon van Hendricus Johannes Hermanus en van Maria Susanna Lennings, gehuwd op 10-2-1962 te Amsterdam met Sondaar, Maria Charlotta, geboren 10-2-1917 te Amsterdam. Woonde voor 12-8-1930 te Haarlem, vervolgens in Amsterdam, vertrokken op 28-3-1978 naar Lelystad.
- Moria, Willem, geboren 4-3-1921 te Amsterdam, betonvlechtwerker, aannemer, zoon van Franciscus Johannes en van Sophia Elisabeth Dijkshoorn, gehuwd (1) op 2-10-1945 te Diemen met Reinders, Adriana, geboren 20-6-1922 te Amsterdam, gescheiden 21-11-1957 te Diemen, gehuwd (2) 3-1-1958 te Amsterdam met Hofsté, Veronica Juliana, geboren 6-6-1937 te Amsterdam. Woonde voor 23-6-1931 te Amsterdam, vanaf 23-6-1931 te Ouder Amstel, vanaf 2-10-1940 te Diemen, vanaf 2-10-1945 te Amsterdam (Ternatestraat 5 driehoog (bij schoonmoeder), vanaf 2-1-1946 Ternatestraat 7 een hoog, vanaf 3-1-1951 Diemen, Harmonielaan 86, vanaf 6-7-1956 Amsterdam, Frans van Mierisstraat 17; vanaf 22-11-1957 Frans van Mierisstraat 27; vanaf 27-1-1960 Amstelkade 74 huis, op 14-6-1967 vertrokken naar Canada. Kinderen uit het tweede huwelijk – voor zover geboren in Nederlands – zijn: Denise Veronica, Ronald Arthur en Oscar Williard.
- Drukker, Rozette, geboren 24-9-1921 te Amsterdam, hulp in de huishouding, dochter van Hartog en van Leuw, Naatje. Woonde in Amsterdam. Afgevoerd op 24-12-1946 naar Duitsland.
- Goudriaan, Aagje, geboren 27-1-1922 te Amsterdam, dochter van Hendrik en van Aaltje Kettenis, gehuwd (1) 23-10-1940 te Amsterdam met Kerk, Willem, geboren 13-8-1919 te Amsterdam, gescheiden 15-11-1948 te Amsterdam, gehuwd (2) 9-11-1949 te Amsterdam met Stevenswaert, Pieter Marinus, geboren 28-4-1916 te Amsterdam, overleden 21-7-1880 te Amsterdam. Woonde te Amsterdam, vanaf 19-4-1984 te Purmerend.
- Kahn, Robert Sylvain, geboren 10-3-1922 te Amsterdam, directeur NV, econoom, zoon van René Henri en van Dora Weijl, gehuwd 15-10-1952 te Amsterdam ,met Gerzon, Betty Sophie, geboren 9-11-1927 te Barcelona. Woonde te Amsterdam. Kinderen: René Sylvain, geboren 19-9-1972 te Groningen en Philip Sylvain, geboren 6-5-1976 te Utrecht.
- Siemons, George Frederik, geboren 22-4-1922 te Amsterdam, loodgieter, zoon van George Frederik en Ribow, Maria, gehuwd 13-1-1951 te Amsterdam met Van der Hoek, Sophia Johanna, geboren 17-6-1919 te Amsterdam, overleden 21-11-1984 te Amsterdam. Woonde te Amsterdam.
- Robles, Abraham, geboren 24-5-1922 te Amsterdam, koperbankwerker, zoon van Joseph en van Groen, Eva. Woonde te Amsterdam. Afgevoerd op 10-6-1946 naar VS.
- Nagtegaal, Rita, geboren 24-6-1922 te Amsterdam, dochter van Nagtegaal, Anna Elisabeth Jacoba, gehuwd 10-7-1946 te Amsterdam met Versnel, Coenraad, geboren 7-4-1919 te Rotterdam. Woonde te Amsterdam (van 8-10-1949 tot 24-3-1952 te München. Afgevoerd 10-6-1952 naar Toronto.
- Tannenzapf, Ursula, geboren 13-7-1922 naar Berlijn, coupeuse, dochter van Heinrich en van Bader, Gertrud, woonde te Amsterdam (in WO-II in Westerbork en Frankrijk). Afgevoerd 17-2-1947 naar Chicago.
- Kat, Martinus Johannes, geboren 4-9-1922 te Amsterdam, overleden te Amsterdam op 28-10-1990, kok, steward, zoon van Martinus Simon Johannes en van Inpijn, Henriëtte Grada, gehuwd 2-8-1950 te Amsterdam met Klein Sprokkelhorst, Erica Olga, geboren 30-7-1926 te Amsterdam. Woonde tot 16-3-1951, vervolgens te Nieuwer Amstel, Amsterdam, Malaga en Amsterdam.
- Olman, Wilhelmina, geboren 21-9-1922 te Amsterdam, verkoopster, directrice, dochter van Marcus en van Jansen, Johanna Antonia Maria, gehuwd (1) 8-2-1947 te Amsterdam met Philips, David, gescheiden 30-12-1966 te Amsterdam, gehuwd (2) 1-4-1968 te Amsterdam met Philips, David, overleden 9-7-1972 te Amsterdam. Woonde te Amsterdam.
- Bredius, Maria Antoinetta, geboren 30-4-1923 te Amsterdam, inpakster, dochter van Jan Gijsbert en van Mooij, Jannetje Geertruida, gehuwd 27-5-1949 te Amsterdam, met Nanninga, Willem, geboren 10-8-1916 te Amsterdam. Woonde te Amsterdam, Diemen en Amsterdam. Afschrijving 23-8-1988 naar Almere.
- Romijn, Marguerite Estelle, geboren 7-6-1923 te Antwerpen, kantoorbediende, dochter van Barend en van Polak, Estella Margaretha, gehuwd 7-5-1947 te Amsterdam, gehuwd met Heinz Oppenheimer, geboren 6-2-1917 te Düsseldorf. Woonde te Amsterdam. Afgevoerd 5-9-1951 naar Haifa.
- Kriger, Wilhelmina, geboren 9-9-1923 Amsterdam, dochter van Franciscus en van Melissen, Maria Adriana, gehuwd 21-1-1943 te Amsterdam met Van Zonneveld, Corstiaan Hendrik Cornelis, geboren 24-8-1911 te Hilversum. Afgevoerd 9-4-195 naar Kampen.
- Leuw, Philip Hartog, geboren 29-11-1923 te Amsterdam, elektricien, zoon van Benjamin en Jacobs, Naatje. Afgevoerd op 31-7-1945 naar buitenland.
-
-
- -3- Vreemdelingenregister Antwerpen. Foto’s van (kloksgewijs vanaf links boven):
-
-
- Komkommer, Felix. 1930. Geboren 27 november 1908 te Berchem;
- Polak, Esther. 1922. Geboren 18 april 1884. Gehuwd met Jacob Sturkop.
- Polak, Frederika. 1926. Geboren 16 juni 1907. Gehuwd met Alexander Sturkop.
- Roodveldt, Jacob, 1929. Geboren 26 februari 1890 te Amsterdam.
- Sturkop, Jacob. Geboren 4 mei 1883.
- Sturkop, Alexander. Geboren 20 juli 1906. Zoon van Jacob Sturkop.
- Sturkop, Esther. 1929. Geboren 1 februari 1888. Gehuwd met Jacob Roodveldt.
- Sturkop, Esther. Geboren 1 februari 1888. Gehuwd met Jacob Roodveldt.
-
– 4- Debra Holy Sturkop. On July 23, 2020, Debra’s husband Frederick William Collins passed away. In September 2021, Debra let us know that she lives in Springfield Missouri with her younger son Frederick William Collins and grandson. Her oldest son Matthew Lewis Collins stayed in California.
-5- Overlijdensakte Reinders, Ulbo. Op 12-3-1923 overleden in Vught, oud 80 jaar, geboren te Harlingen, wonende Amsterdam, weduwnaar van Hendrika Geertruida Glebbeek, zoon van Jan Jansen Reinders en Garda Hittje.
-6- Lotgevallen van Abraham Kaas. Het Stadsarchief Amsterdam Themasites Razzia: Abraham Kaas was de enige jongen in het meisjesgezin van Levie Kaas en Henriëtte Sturkop. Hij had drie zussen – Celine, Gretha en Elisabeth Kaas – en groeide op in Amsterdam-Oost, waar zijn vader aan de Swammerdamstraat 50 een winkel had in ‘comestibelen [eetwaren] en chocoladewerken’. Na het lager onderwijs op een van de buurtscholen ging Abraham een jaar naar de mulo. Daarna werd hij coupeur. Zijn zussen werkten ook in de kledingindustrie. Later zou Abraham kruidenier worden, mogelijk in de zaak van zijn vader Levie. (Commentaar: hij had zijn eigen kruidenierszaak.) Eind jaren dertig ontmoette Abraham de vrouw met wie hij in het huwelijk zou treden: Jeanette de Smitt, dochter uit een groot gezin uit de Amstellaan in Amsterdam-Zuid. In augustus 1939 trouwde het stel. Ze gingen in de Nieuwe Uilenburgerstraat 2 wonen en in juli 1940 werd hun zoontje Louis Kaas geboren. In de Nieuwe Uilenburgerstraat werden op zondag 23 februari 1941 23 mannen opgepakt. Abraham was een van hen. Zijn huis lag vlak bij de Peperbrug, vanwaar de agenten de wijk instroomden om Joodse mannen te arresteren. Samen met tientallen anderen werd hij richting het Jonas Daniël Meijerplein opgejaagd, vanwaar ze later naar kamp Schoorl werden vervoerd. Van daaruit werden ze naar Buchenwald en later naar Mauthausen gedeporteerd. In dat laatste kamp werd de 26-jarige Abraham op 14 augustus 1941 ‘auf der Flucht erschossen’. Echtgenote Jeanette verhuisde binnen een paar weken terug naar haar vader en moeder in de Amstellaan. ‘Jeanette werd op 30 november 1943 in Auschwitz vermoord. Zoontje Louis overleefde de oorlog. De ouders van Abraham, Levie en Henriëtte, werden in Auschwitz vermoord, zijn zussen Gretha en Celine werden in Sobibor omgebracht. Abrahams zus Elisabeth overleefde de oorlog, zij was in oktober 1937 naar Buenos Aires geëmigreerd.
Archiefkaart: Verhuisde op 30-9-1939 van de Swammerdamstraat 50 huis naar de Nieuwe Uilenburgerstraat 2 huis. Op 18-3-1941 ingeschreven aan de Amstellaan 34 een hoog behuwdvader De Smitt. (Commentaar: dit moet slaan op zijn echtgenote). Afgevoerd op 26-8-1941. / Militieregister: Beroep coupeur, 1 jaar mulo. Gekeurd op 10-4-1934, gebrek aan de nieren, voorgoed ongeschikt, kleurenblindheid. / Woningkaart: De Nieuwe Uilenburgerstraat 2 huis lag op de hoek met de Oosterschekade. / Kaart Arolsen Archiv:
Zijn naam staat ook op de dodenlijst van Mauthausen. http://www.mauthausen.nl/namenlijst/.
-7- Werkkamp Tweede Wereldoorlog. Met dank aan Ger Schokker. Van Isaac Sturkop (mijn grootvader) was bekend dat hij in een kamp had gezeten. Maar het werd nooit duidelijk of dat nu in Westerbork of Vught was geweest. Beide versies deden de ronde. Wat wél besproken werd in de familie was dat opa voor de oorlog had meegewerkt bij de aanleg van Bosplan (Het Amsterdamse Bos). Hij stond destijds geregistreerd als grondwerker. Opa kon zich nogal opwinden over hen die te beroerd waren om bij werkloosheid opnieuw aan de slag te gaan. Nu blijkt dat hij een van de ruim 900 Joodse mannen uit Amsterdam die in het werkkamp De Beetse in het Groningse Sellingerbeetse tewerk waren gesteld. Eerst werd hij (op 9 september 1940) geregistreerd in kamp Eemnes in Utrecht. Op 27 oktober 1941 werd hij doorgestuurd naar het werkkamp Heerde in Gelderland en per 20 januari 1942 zat hij in kamp De Beetse in Groningen. Wanneer hij uit De Beetse werd ontslagen is niet geregistreerd. Van de ruim 900 mannen die in dat kamp aan het werk waren hebben 60 de oorlog overleefd. Opvallend is dat hij pas in 1942 als Joods geregistreerd stond.
Werklozen uit heel Nederland tewerkgesteld bij het ontginnen van de heidegebieden. Tot begin januari 1942 hebben werkloze Nederlanders in het kamp gewoond. Zij moesten helpen bij het aanleggen van wegen en bossen. Later hielpen zij ook bij de aardappeloogst. Vanaf januari 1942 werd het De Beetse in gebruik genomen als buffer voor Westerbork. 400 Joodse mannen uit Amsterdam woonden in die periode als arbeider in het kamp en werden ingezet bij eerder genoemde werkzaamheden. Het werk werd beschreven als bezighouderij. Het redelijke rantsoen werd na enige tijd aanmerkelijk kleiner, omdat de bezetter het niet nodig vond om voldoende voedsel aan Joodse mensen te verstrekken. In de nacht van 2 op 3 oktober (Jom Kipoer) van dat jaar werden alle Joodse mannen uit de werkkampen, zo ook die uit Kamp De Beetse, naar Kamp Westerbork afgevoerd. Daartoe werd het kamp eerst omsingeld en vervolgens werden de gevangenen gedwongen te voet naar het station van Stadskanaal te lopen. Vanaf het station ging het per trein verder naar Westerbork. De mannen was verteld dat daar gezinshereniging zou plaatsvinden, en inderdaad zijn de vrouwen en kinderen tegelijkertijd vanuit hun woonplaatsen ook naar Westerbork vervoerd. Kort na aankomst in Westerbork werden ze afgevoerd naar Auschwitz, waar bijna allen omkwamen.Uit de GAB-kaart maken we op dat opa op 5 oktober 1942 in een ander kamp (Nieuwe Meer) terechtkwam. We zien opeens voor ons wat zijn belevenissen moeten zijn geweest. Het lijkt dus er sterk op dat niet in Westerbork of in Vught had gezeten. Vanaf 1943 ontbreken aantekeningen op zijn GAB-kaart. Samenvattend volgens die kaart:
-
-
- Per 9 september 1940: naar Eemnes. In oktober 1941 zat hij daar kennelijk nog. Aantekening: rouleren.
- Per 27 oktober 1941: naar Heerde. In januari 1942 zat hij daar kennelijk nog.
- Per 20 januari 1942: naar De Beetse.
- Per 5 oktober 1942: naar Nieuwe Meer.
-
Hij is hoogstwaarschijnlijk dus niet naar Westerbork overgebracht met de andere kampbewoners van De Beetse. Met ingang van 1943 zijn er geen aantekeningen meer. Wanneer en waar opa is ontslagen uit de werkverschaffing blijft tot nu toe onduidelijk. Wat wél duidelijk is: de Nieuwe Meer ligt in het Amsterdamse Bos. Opa zal daar zijn eerdere werkzaamheden in het Bosplan hebben voorgezet. Althans, dat nemen wij vooralsnog maar aan… Opvallend blijft dat er thuis niet werd gesproken over de lange tijdsduur dat opa elders vertoefde.
Zie ook: https://www.amsterdamsebos.nl/joodsewerkkampen. Joodse werkkampen in en rond Amsterdam 1941-1944. Het Amsterdamse Bos is aangelegd als werklozenproject uit de jaren dertigl. Veel minder bekend is dat er in het Bos tijdens de Tweede Wereldoorlog speciale werkkampen waren voor Joodse mannen, die daar verplicht tewerk werden gesteld. Hun tragische geschiedenis wordt nu voor het eerst uitgebreid belicht in een tentoonstelling. In en rond Amsterdam waren tijdens de Tweede Wereldoorlog maar liefst 13 werkkampen speciaal voor Joodse mannen, die daar verplicht tewerkgesteld werden. Daarvan lagen er 4 in het Amsterdamse Bos. Ze vormden een schakel in de Jodenvervolging van de Duitse bezetter, waarin ook Nederlandse instanties een rol speelden. Voor velen bleken de werkkampen een voorportaal voor deportatie naar Auschwitz en Sobibor.
-8- Vreemdelingenregister Amsterdam. Alfred Karel Schoenlicht is op 16 december 1916 ingeschreven in het vreemdelingenregister. Hij werd geboren op 25-3-1876 in Berlijn, was koopman. Hij kwam uit Berlijn, Potzdammerstrasse 9. Voordien had hij vanaf zijn 22ste jaar door de gehele wereld gereisd. Hij had een Duitse reispas die op 5-6-1916 door het Duitse consulaat te Amsterdam was afgegeven. Signalement: 40 jaar, 1.76 m., hoog voorhoofd, blond haar en wenkbrauwen, blauwe ogen en gewone neus en mond, ronde kin, blonde knevel, ovaal aangezicht, gezonde kleur, Evangelisch, litteken links aan het voorhoofd. Verblijft in het Doelenhotel. Ambtshalve afgemeld.
-9- Familie Van Straalen. Na de publicatie van mijn boek ‘Kwartierstaat van Koosje van Straalen’ over de familie van mijn grootmoeder reageerde Swaniek Veldhuis-van Straalen uit Apeldoorn. Zij voegde veel toe aan het relaas over oma’s oom Johannes Willem van Straalen. Johannes Willem van Straalen was eerst koksmaatje op een schip geweest, volgde daarna de opleiding tot kok in het Amstelhotel, begon zijn eigen restaurant in Zutphen en vervolgens een hotel-pension in Arnhem.
De grootvader van Swaniek, was ‘Opa Piet’, Pieter Jacobus Willem van Straalen, een zoon van Johannes Willem. Een dochter van ‘Opa Piet’ was Eleonora van Straalen (Elly). Zij overleed in 2020 op 96-jarige leeftijd. Zij had haar memoires achtergelaten. Anna Maria Carolina van Straalen (Lien) had een verslag gemaakt van hun vertrek uit hun hotel/pension in Arnhem op 19 september 1944. Ze moesten halsoverkop weg. omdat alle huizen in de Korte Walstraat door de Duitsers in brand gestoken werden. Zo wilden de Duitsers alle Engelsen (die daar helemaal niet zaten) verjagen.
De familie vertrok naar Apeldoorn, daar hadden ze vrienden wonen. Na de oorlog begonnen ze het pension aan de Loolaan. (Commentaar: dat pand ligt op tien minuten wandelen van mijn woning.)
Swanieks Oud-oom Jan van Straalen heeft er tot aan zijn dood gewoond. De laatste jaren was het niet echt een pension meer, ze verhuurden een aantal kamers. Zolang zij leefde heeft Zwanette Rikstina van Straalen (tante Netje) ook in het pension gewerkt. Jan heeft tot zijn dood voor zijn zus, tante Lien, gezorgd. Na zijn overlijden is zij in Randerode opgenomen. De andere kinderen werkten niet in het pension, Lien heeft jaren als onderwijzeres gewerkt bij de Johanna Stichting in Arnhem (het Dorp), tante Gerda (Gerardina Jacoba van Straalen) was logopediste. ‘Opa Piet’ was leraar Frans en Duits. Tot hun vertrek naar Nederlands Indië in 1929 heeft hij met zijn gezin in Doetinchem gewoond. Na de Tweede Wereldoorlog kwamen ze terug naar Nederland, waar ze eerst liefdevol opgevangen werden in het familiepension. ‘Opa Piet’ heeft toen nog een aantal jaren les gegeven aan de Autotechnische School aan de Loolaan. Voor zover bekend dus niet aan de KSG. Swaniek heeftveel goede herinneringen aan de Loolaan 44. De familie was niet arm en een heel gezellige familie, die onderling een goede band had. Dat ondanks het feit dat de familie zo over de wereld verspreid is (Zuid-Afrika, Frankrijk, Australië en Nederland). Het familieportret is gemaakt ter gelegenheid van het vertrek van het gezin van Piet en Jo naar Indië.
Sommige overlijdensdata zijn bekend:
-
-
- Zwanetta Rikstina van Straalen, overleden te Apeldoorn op 22 juni 1973;
- Gerardine Jacoba van Straalen, van haar geen overlijdensdatum gevonden;
- Pieter Jacobus Willem van Straalen, overleden te Apeldoorn op 1 maart 1961;
- Jan van Straalen, overleden te Apeldoorn op 11 januari 1988.
-
De drie zussen zijn ongehuwd gebleven. Lien was er heel trots op dat zij onafhankelijk was gebleven en wilde ook nadrukkelijk mejuffrouw Van Straalen genoemd worden. De anderen, inclusief Jan, hadden het wel fijn gevonden om een gezin te hebben. Het verhaal gaat dat hun moeder Klazina Harmanna Smid geen enkele kandidaat goed genoeg vond voor haar kinderen en dat iedereen nogal onder de plak zat. ‘Opa Piet’ schijnt gezegd te hebben: Als u Jo (zijn vrouw) niet accepteert, dan ziet u mij ook niet meer. Dat is gelukkig niet gebeurd, de band met hun vader Johannes Willem was heel goed. Het was een warme en hechte familie.
-10- Searching in the Dutch East Indies. After World War II, siblings in the Netherlands requested the Red Cross to trace their brother Nicolaas Robbert Sturkop. His last known address was Simpang Boulevard or Goebeng Boulevard 47 in Surabaya. The requesters were Stephan Sturkop in Amsterdam and Rosette Cuvelier-Sturkop in Brussels:
-11- Burglary. (See also item 6). Amsterdam Police report 192 of July 11, 1942: Jeannette de Smitt, widow of A. Kaas, born Amsterdam March 10, 1916, shopkeeper, living at Amstellaan 34, reports theft by means of breaking and entering, committed between July 10 and 11, 1942 respectively 18:30 and 5 o’clock in the shop, located at Nieuwe Uilenburgerstraat 2. Missing are cheese, salad oil, coffee, chocolates, a suitcase with peppermints, liquor ice, etc. as well as small change and electricity tokens. The exact value will be provided later. Access was gained by breaking a window in the living room (100 x 80 cm.) bordering the Oosterschekade. No suspicion. Being treated. (Comment: so, Abraham Kaas’ widow had continued the grocery on her own. She then lived with her parents.)
-12- The Oudeschans school. In 1945 and 1946, I went to kindergarten at the Ouderschans in Amsterdam. It appeared that a namesake had been a pupil of the Oudeschans elementary school, in the same building. That was David Sturkop. I never knew about his presence at that school. His name appears on the absent list. David was absent or too late, twice in October 1941 (playing and oversleeping) and three times in February/March 1942. The last time was when he overslept again and was sent away. David was the son of Alexander Sturkop and Sientje van de Kar. They lived at nearby Rapenburg in the Jewish quarter. David and his mother were murdered on June 11, 1943, in Sobibor; his father on September 24 in Auschwitz.
-13- End of life. On June 12, the youngest of the nine children of my grandparents Hendrik Reinders and Adriana Goudriaan died. She was the last of them who passed away. Annie (Johanna Frederika Reinders) died in Vinkeveen. When she married Tamme Adrianus Jan Dalemans (Jan) on July 26, 1951, the couple moved to the Middenweg 295 (upper floor), on December 5, 1959 to the Insulindeweg 110 first floor, on August 22, 1960 to the Niasstraat 89 ground floor and on October 12, 1962 to the town of Vinkeveen, Achterbos 45. There, they were caretakers for the municipal swimming pool.
-14- Addition to the book ‘Van Keizers & Watermannen’. The United States Holocaust Memorial Museum holds photos and a document about the family of Roosje Dinah Glass-Waterman (Rodi). These are presented here (courtesy of Rodi Glass):
Rodi Glass is the daughter of Sophie Frederika Keizer and Meyer Waterman. She is a retired party planner and Holocaust survivor and Chicago resident. These are her memories. “Togetherness Was a Way of Life.” Her maternal grandparents Dinah Keizer-Rooselaar and Samuel Keizer played a big part in her life as they always lived close together before the war, were together during the war, and came to the US together in 1951 and lived together. They spoiled Rodi as she was the first and only grandchild for 13 years. Rodi’s grandparents were married in 1904 in Amsterdam. He was a shoemaker. She was a seamstress. In 1905, they had their first child, a daughter named Estella Keizer. Rodi’s opa was an innate smart man and wanted to own a business. He borrowed money to start a store, but there was a recession in Holland. He was advised to move to London. He did and the other five children were born there. Good thing because that was one of the things that saved our lives during the Holocaust. In 1923, they moved back to Holland, and he started the business “Keizers Lederhandel” in Amsterdam. He owned the building and lived upstairs from the store. They went through the war and in 1951, they immigrated with Rodi’s mother, father, and herself to the US. Samuel and Dinah Keizer’s lives ended in Miami Beach.
-15- Marriage certificate. On May 17, 1828, ancestors Wilhelm Kästner and Gesina Sikking married in the city of Deventer. The text was already included in the Genealogy Sturkop & Sturhoofd. A copy of the original document is presented here:
-16- Stelling van Amsterdam. The Stelling van Amsterdam was an extensive Dutch defense construction against hostile invasions. On page 119 of the book ‘Arts op vele fronten’ it is mentioned that large maneuvers took place there by the Landstormkorps, a military organization in which Stephan Sturkop served as an officer. This was corrected by Mr. René Ros, who explained that the unit of Stephan Sturkop was called ‘Stelling van Amsterdam’ and had nothing to do with the defense structure.
-17- Family photos. Photo left: We recognize (the adults) Corry Reinders-Majoor and Adriana Goudriaan (we had to call her opoe). Bottom right: Corry Reinders. Photo middle: Family Andries Reinders (Dries) and Geertruida Elisabeth Moria (Beppie) with Geertruida Elisabeth Reinders (Els) and André Reinders. Photo right: The children on the left: Benjamin Hendrik Reinders (Ben) and Inge Reinders.
-18- Antwerpse Handjes. Rachelle Hakker and Joyce Hakker show the Antwerpse Handjes (Antwerp Hands), the creation of their grandfather Jos (Joseph Hakker). He was a full cousin of my grandfather Isaac Sturkop, presented in the article Joseph Hakker – Een Joodse Nederlander en Belgische verzetsheld. In the photo on the right, Joyce Bloch-Hakker stand in front of the confectioner collection of her grandfather.
-19- Stolpersteine. In the Netherlands, so-called Stolpersteine (stumbling blocks), are applied in front of the homes where Jews lived before they were deported. These are in the city of Den Helder, for Elisabeth de Jong-Sturrekop (murdered on January 25, 1943 in Auschwitz) and her son-in-law David de Jong, entrepreneur and David’s wife Hendrika de Jong-de Vries (both murdered on March 26, 1943 in Sobibor). They lived together at the Kannaalstraat 62. David was the widower of Rachel Blok, Elisabeths daughter.
-20- Holocaust Names Monument Netherlands. In order not to forget the names of the victims of the Holocaust, survivors can add names to this monument. Alfred Arnold Nijkerk adopted the name of his relative Benjamin Nieuwkerk (after the war, Alfred Arnold and some other adjusted the name Nijkerk into Nieuwkerk.) The full name was Benjamin Maurits Nieuwkerk (Benno). “Laat hun namen voortleven” (Let their names live on). Among another chapter, I wrote “Benno Njkerk – Initiatiefnemer van Nederlands verzet in Brussel” in the book “Gezichten van Joods Verzet”.
-21- Krasnapolsky. Photo of Jacobus Theodorus Stom when he was the director of Hotel Krasnaposky in Amsterdam:
-22- Holocaust Namenmonument. This monument contains the names of the Dutch Jewish victims of World War II. The family name Sturkop is one of those:
-23- Charles Judels’ heritage. When Charles Judels, the comic actor of Dutch origine, was 88, he lived in Oakland, California. In court, he won $500 a month support from his heiress wife, Ethel Judels, 65, of San Francisco (2030 Franklin Street). Her maiden name was Ether Windt. Charles told the judge that at his cafe meals the soup was so watered he stopped leaving a dime tip. His wife was one of two daughter heiresses to the million dollar estate trust left by Henry Windt, property developer and financier. Charles and Ether married in San Francisco in 1944 – about the time he retired – and separated July 8, 1968. Pending are cross divorce complaints charging mental cruelty. A voluminous scrap book shows that Judels started as a 12-year-old boy for Tony Pastor, played many stage roles with Marie Dresser and later went to Hollywood where he had screen credits in “One Night of Love” and “The Plainsman among a long list of comedian “family friend” parts for all the major studios. Charles Judels then lived at hte Menlo Hotel, 13th and Franklin Streets. (Comment: this sheds more light on his records in “Genealogy Sturkop & Sturhoofd” and in the article about his grandfather Nathan Judels.)
-24- Interview with Adam and Pela Starkopf. In the eightees, we visited Adam Starkopf and his wife Pela Starkopf in Chicago. Before, I had received his book “There is always time to die”, in a next edition renamed “Will to live”, about their life during the Second World War. On June 14, 1990, they were interviewed. This interview can be seen on the website of the United States Holocaust Memorial Museum. A transcription of that interview is available. Adam Starkopf and Pela Starkopf, both born in 1914 in Warsaw, Poland, describe their childhoods and families; Pela’s decision to study at a Warsaw law school before the war; getting married in 1936 and having a daughter in 1941; entering the Warsaw ghetto in 1940; escaping from the ghetto in 1942 by drugging their daughter, so she seemed to be dead; pretending to go to the Jewish cemetery outside of the ghetto to bury their daughter but never returning; their daughter getting tuberculosis and her six week treatment in a hospital; being helped by non-Jews; hiding on the Aryan side as Catholics; their daughter’s discovery that she was Jewish after the war; immigrating to the United States in 1947 on a United States Navy transport; Adam taking various jobs until he opened sporting goods factory; and getting involved in the Penny Project, which began in 1989. Much more can be found about Adam Starkopf c.s. on internet.
-25- The Reinders family. The combined efforts of family members (descendants of Hendrik Reinders and Adriana Goudriaan) resulted into the Facebook page BoReGo.
-26- Cyclist Maurice Adler. On December 11, 1922, Maurits Adler, who won many cycling contests (see Genealogie Sturkop & Sturhoofd), celebrated his 25th jubilee as a wholesaler in bicycle articles. He established that business at the Binnen Amstel 7. Later, plots at the Prinsengracht were used where he started the production of the well-known Hima bicycles. Recently, he traveled to the Dutch East Indies and at the day of his jubilee, he was in America. As an entrepreneur, he did a lot for the sport and organized the Hima tours. In an article from March 1923 in the Revue der Sporten about Mr. Maurits Adler, he was described as a sportsman at an early age. Numerous are the medals In the trophy cabinet in his office. He cycled from 1889 to 1898. In 1889 he was 16 years old, because our friend, generally known by the nickname De Puk, was born on July 13, 1873 in Paris. In that year the first prizes were already awarded to him. His first great success dates from 1891. Then, he set a great record, which was never bettered, namely by covering 1854 km on a tricycle in 24 hours. In 1892, Adler acquired the title of champion of the European mainland on the tricycle, a success that was repeated in the year later by him. On December 11, 1897, Adler shaked hands with Mercurius: he established a wholesale business in bicycles and parts on the Binnen Amstel, in the capital. In 1902, the business had already expanded to such an extent that the company moved to the Prinsengracht, the building still used today. In addition, branches were established in England, Belgium and France, while the Dutch Indies also formed an enormous sales area. With this, this little giant also threw itself into the bicycle industry, and this production of its bicycles took place until 1923, when the well-known Hima-factory was closed. In 1906, the company already had a production of 15,000 steel horses per year. Adler placed his particular and remarkable advertisements in 1915, 1916 and 1917 for its brand by organizing the Hima-rides, popular throughout our country. Today the spirited merchant, whom I describe here, still represents some prominent foreign houses in the field of parts, and he imports some excellent automobile brands, including a renowned motorcycle from Yankee Country. In the course of the years, his company changed but was growing all the time and therefore flourishing merrily. His name and company appeared in many periodicals like in March 1924, again in the Revue der Sporten. The illustrations in that article are placed here:
-27- Yearbook June Henlen. In the yearbook of 1938, a photo of June Margaret Henlen, proctor 2, was published:
-28- Naturalization Morris Sturkop. The information as published about Mozes Sturkop (Morris) in the Genealogie Sturkop & Sturhoofd, is visualized in his declaration of intention of October 2, 1922:
-29- Immigration of the Starkopf family. On May 23, 1946, Adam Starkopf, age 32, his wife Pela Starkopf, age 31 and their daughter Johanna Starkopf, age 5, arrived in New York. They had departed from Bremen, Germany, on May 13, 1946 on the steamship Marine Perch. Their destination was 1018 West Berwyn Street in Chicago.
-30- Corrections Nijkerk family. In July 2022, Gabrielle Hoijtink-Nijkerk, daughter of Adolf Maurits Nijkerk, corrected some of the statements about her father in the Genealogy Sturkop & Sturhoofd:
The text ‘Adolf Maurits Nieuwkerk heeft een opleiding gevolgd in 1929 – Diploma 5-jarige Openbare Handelsschool, leerling 1ste jaar MTS afdeling werktuigkunde’ should be adjusted with: ‘Onze vader heeft de studie MTS werktuigkunde voltooid (wat nu een HTS-opleiding is)’.
The text ‘Met betrekking tot Adolf Maurits Nijkerk werd verteld tussen 1940 en 1945 – Was in de oorlog naar Engeland ontkomen en ging daar in militaire dienst. Daar ontmoette hij in een legermess Margreth Page. Zij was WREN (Women’s Royal Naval Services), die bij het vrouwencorps zat. Zo zijn zij getrouwd’ should be adjusted with: ‘Onze vader is tijdens de oorlog niet naar Engeland ontkomen maar behoorde tot de tak van broer Benno Nijkerk in de Dutch-Paris ondergrondse. Vanaf ca. 1943 zat hij in Mont Pelerin, een interneringskamp in Zwitserland. Na de bevrijding van Parijs in 1944 was hij werkzaam op de Nederlandse ambassade aldaar als ondervrager van verdachte personen. Na de afloop van de oorlog reisde hij naar Engeland om machines aan te schaffen voor Wiener en Co. dat door de Duitse bezetters was leeg geroofd. Op een van die reizen heeft hij onze moeder in Londen leren kennen’.
The text ‘Dolf en Bob Nijkerk kregen een dispuut over het eigendom van aandelenpakketten. Er is toen arbitrage verricht, met als uitspraak dat Bob de rechtmatige eigenaar was. Dolf heeft hem en Alfred, die daarin ook had geadviseerd, dat zo kwalijk genomen dat alle banden zijn verbroken. Dat is nooit meer goed gekomen’ should be adjusted with ‘De banden tussen Bob en Fred Nijkerk enerzijds en onze vader anderzijds zijn nooit verbroken geweest. Wij hebben als gezin met Oom Bob en zijn vrouw Tante Han tot aan hun dood contact gehad en gehouden, hebben ze ook thuis bezocht en zij waren altijd aanwezig bij onze familiefeesten’.
The text: ‘Er waren geen wezenlijke problemen tussen Dolf en Hugo (behalve dat Dolf met iedereen strubbelingen had: een beroemd verhaal is dat Hugo en Dolf op straat een onbekende zien. Hugo: ‘Dolf, op wie lijkt die man?’ Dolf: ‘op Waldeck? (procuratiehouder bij de firma)’. Hugo: ‘precies!’ Dolf: ‘nou, ik vind dat-ie er helemaal niet op lijkt’. Dolf ten voeten uit’ should be adjusted with: ‘Onze vader had beslist géén strubbelingen met iedereen. Hij heeft z’n hele leven veel vrienden van voor én na de oorlog gehad en hij had ook veelvuldig en goed contact met zijn familie en de schoonfamilie’.
And: Adolf Maurits Nijkerk is nooit ijzerhandelaar geweest. Hij was fabrikant, wat elders ook vermeld was.
Update December 2024.
-31- Board of Students of University of Amsterdam. De „Illustrissimus Senatus Studiolorum Amstelaedarertsium” heeft zich als volgt geconstitueerd: Jan Ort, rector; H. Dutilh, ab-actis; J. Langelaan, quaestor; W. J. Berger, assessor I; S. Sturkop, assessor II. (Amsterdam – January 1, 1905).
-32- “First Aid” Competition. Gebouw voor Kunsten en Wetenschappen – Wedstrijd ‘Eerste Hulp bij Ongelukken’: De wedstrijd was vandaag weer zéér interessant. Wij zagen een drietal dames-groepen werken uit Amsterdam, leden van de Amsterdamsche afdeeling der vereeniging ‘Eerste hulp bij Ongelukken’, onderwezen door de doktoren Juda en Sturkop. De dames deden wat vaardigheid betreft in verband-leggen, spalken en transport van gewonden en bewusteloze patiënten werkelijk niet onder voor hun mannelijke concurrenten; ons trof herhaaldelijk hun groote beslistheid in optreden, hun deskundige behandeling en vooral de snelle wijze van werken. […] De Koningin-Moeder werd ontvangen. […] Eerst kwam een dames-groep uit Amsterdam, geïnstrueerd door dr. Sturkop. Deze afdeling gaf vóór het podium tal van hulpvoorbeelden, gegrepen uit het dagelijksche leven; H.M. volgde alles met groote belangstelling. […] Te half zes vertrok Hare Majesteit, nadat zij zich eerst nog eenigen tijd had onderhouden met mejuffrouw Meiners uit Watergraafsmeer, commandante van de Amsterdamsche dames-afdeeling (groep van dr. Sturkop), die door de Koningin werd gecomplimenteerd over het werk dezer afdeeling. […] …met dr. Sturkop, die de Amsterdamsche dames-afdeeling onderwees… […] De jury heeft heden toegekend: […] …6e prijs aan Amsterdam III (groep van dr. Sturkop). De Amsterdamsche Damesgroep van Dr. Sturkop won bovendien nog de medaille, uitgeloofd door H.M. de Koningin-Moeder. (Amsterdam, September 7, 1910).
-33- Articles in Dutch magazines. The content release of www.delpher.nl is the largest ever. It contains a large number of Dutch magazines. There are 117 hits when searching on “Sturkop” and 2 on “Sturhoofd”. The bulk of those findings were published before; these are primarily family messages, articles about swimming and diving (Nicolaas Robbert Sturkop) and many articles about Stephan Sturkop. For those who wish to wish to search those added magazines, select https://www.delpher.nl/thema/nieuw/nieuwe-tijdschriften-03-12-2024. One article is from the Financieele Koerier of December 3, 1942, in Dutch: “Ingevolge art. 7 van de verordening van 12.3/41 betreffende de behandeling van ond., welke aangegeven dienen te worden, welk art. aldus luidt: .,De Rijkscommissaris voor het bezette Nederlandsche gebied (Commissaris-Generaal voor Financiën en Econom Zaken) kan in ondernemingen, welke aangegeven dienen te worden, bw s aanstellen. De ond. draagt de kosten der bewindvoering”, zijn de volgende heeren benoemd tot bw bij de te A’dam gevestigde ondernemingen: fa Sturhoofd & Co., Andrieszstr. 5 (agentuur- en commissieh. in textiel).” It means that the agency and commission in textiles of Sturhoofd & Co., Andrieszstraat 5 was expropriated. An administrator was assigned to run that company. The business (and home) of the Sturhoofd family was Spinozastraat 7. Because Spinoza was Jewish, that name was changed by the Germans into Andrieszstraat.
On March 15, 1921, the magazine Het Leven showed Mrs. Sturkop (Cornelia Margaretha Kleman) with her Blenheim Spaniel, first prize winner of the big dog show in the Paleis voor Volksvlijt.
-34- Another descendant of “Papa” Bamberg. In 2023, I was approached on behalf of an alleged descendant of David Tobias (“Papa”) Bamberg. Because of privacy reasons, no contemporary names are mentioned here but known with your author. In chapter 18, we see that Simon Bamberg ran a boarding house from 1930-1934 in the Sarpatistraat in Amsterdam. A few years earlier, Simon and his wife had divorced. The father of the applicant was born in 1933 from a (short-lived) relationship between Simon Bamberg and a servant in Bamberg’s boarding house. Already late in 1933, the servant married someone else and later with the father of the applicant. It is obvious that child was adopted in the new family. It is a plausible story. Simon Bamberg was clearly not a happy person. In 1936, he was admitted to “Het Apeldoornsche Bos”, a Jewish institution for the mentally ill. At that time, all sorts of things were included there, including dementia.
The applicant knew that Marianne Judith Louise Bamberg, Simon’s daughter, was a pianist and a student of Julius Röntgen, a Dutch-German composer, pianist and conductor. Simon Bamberg himself was also a pianist.