In het Pleistoceen zijn vele koude en gematigde (warme) perioden geweest, wat het voorkomen van diersoorten variërend van de wolharige mammoet en de wolharige neushoorn tot het nijlpaard en de sabeltandkat verklaart. De warmere perioden tussen de koude episoden (glacialen) worden interglacialen genoemd.
Het Pleistoceen begon meer dan twee miljoen jaar geleden en eindigde tienduizend jaar geleden. Het werd gevolgd door het huidige tijdperk: het Holoceen, een warmere tijd. Aan het Pleistoceen ging het Plioceen vooraf. Waarom geen studie van zoogdieren in Nederland tijdens dat Plioceen : zie aldaar.
Voor wie meer wil weten over het Pleistoceen: zie Wikipedia en/of de website van de Subcommission on Quaternary Stratigraphy.
Terug naar pagina Paleontologie.